Twee jaar lang voerde Ethiopië oorlog met buurland Eritrea om een stukje woestijn.
Er is zwaar gevochten, ook in loopgraven, en veel soldaten stierven. Wel 350.000 Ethiopiërs moesten vluchten.
De grensoorlog maakte het land nóg armer. Elke dag vechten kostte € 327.000. Wapens, tanks, kogels, bommen en soldij (salaris voor soldaten) hebben de schatkist flink uitgeput.
Ging de strijd echt om een stukje woestijn waar haast niemand woont en waar geen kostbare delfstoffen liggen, of was Ethiopië jaloers dat Eritrea wel een haven had aan de Rode Zee en zij niet? Of ging het om de verandering van de wisselkoers van het Eritrese geld, dat ongunstig uitpakte voor Ethiopië?
De meeste Ethiopiërs begrepen de strijd niet, maar waren ineens net zo kwaad als de inwoners van hun buurland. De presidenten zweepten hun onderdanen op. Terwijl de Eritrese president voor driekwart Ethiopisch is en de Ethiopische president voor de helft Eritrees bloed heeft.
Het Nederlandse leger heeft 1100 militairen geleverd aan de VN-troepenmacht om te zorgen dat de vrede die uiteindelijk tussen Ethiopië en Eritrea werd gesloten, bewaard bleef.